2b: Verdieping van een kwadrant

Kijk eens terug naar situaties waarin je in je valkuil schoot of waarin je werd geconfronteerd met je allergie. Beantwoord de volgende vragen:

Stap 1 . De context van je valkuil / allergie

a: Wat voor situaties zijn dat? *

b: Wie waren er bij? *

c: Wat dacht je? *

d: Wat deed je? *

e: Wat voelde je? *

f: Vanuit welke overtuiging of opvatting reageerde je? *

a: Wat heeft dit gedrag jou in het verleden opgeleverd? *

b: Waartegen heeft het je beschermd? *

c: Wat heeft het je gekost? *

a: Wat betekent (je uitdaging; bijv. geduld) voor jou? *

b: Stel je hebt al meer (je uitdaging) ontwikkeld. Hoe ziet je leven er nu uit? *

c: Wat is er dan veranderd t.o.v. de huidige situatie? *

d: Wat doe je wel / niet? *

a: In welke situaties heb je wel (je uitdaging; bijv. geduld)? *

b: Hoe komt dat? Wat is er anders? *

c: Hoe aantrekkelijk is de actie? *

d: Wat wil je er mee bereiken? *

e: Is de actie haalbaar? *

f: Hoe kan een ander zien dat het lukt? *

g: Wat is er veranderd als het lukt? *